zondag 17 januari 2010

Petitie tegen het Mormonisme (1833)

Toen de Mormonen in 1833 besloten om de openbaringen van hun leider Joseph Smith in boekvorm uit te geven – openbaringen waarin hun niet-Mormoonse buren in Jackson County (Missouri) als "vijanden" van Gods volk werden omschreven en waarin werd aangekondigd dat zij hun land zouden verliezen – stelden deze buren onderstaande petitie op waarin zij eisten dat de Mormonen zouden vertrekken (Roberts 1980, pp. 395-399).

Deze petitie was weliswaar onwettig maar geeft toch een goed beeld van de omstandigheden die tot deze escalatie geleid hebben. De genoemde grieven (grootschalige immigratie door een Mormoonse onderklasse, onheilsprofetieën en dreigementen aan het adres van de oorspronkelijke bewoners, onrust stoken onder zwarten en indianen) worden allemaal door historisch onderzoek gestaafd. Dat laat onverlet dat de voorgestelde maatregelen ongeoorloofd waren maar de vraag of de Mormonen niet zelf verantwoordelijk waren voor de ontstane situatie is gerechtvaardigd.

Het Mormonisme

Tijdens een vergadering van de inwoners van Jackson County, Missouri, belegd om maatregelen te treffen om hen te verlossen van de fanatieke sekte genaamd de Mormonen, en gehouden in Independence op 20 juli 1833 – welke vergadering bestond uit mannen uit elk deel van deze streek, waarvan en tussen de vier- en vijfhonderd aanwezig waren; de vergadering werd tot de orde geroepen door kolonel Richard Simpson tot voorzitter te benoemen met James H. Flournoy en kolonel Samuel D. Lucas als secretarissen – werd besloten om een commissie van zeven aan te wijzen die een publieke verklaring moesten opstellen over het doel van de vergadering; de voorzitter benoemde de volgende heren: Russel Hicks, Esq., Robert Johnson, Henry Chiles, Esq., Colonel James Hambright, Thomas Hudspeth, Joel F. Chiles en James M. Hunter. Vervolgens werd de vergadering opgeschort, en hervat toen Robert Johnson, voorzitter van genoemde commissie, de volgende verklaring ter overweging voorlegde aan de vergadering:

Deze vergadering, die verklaart niet te handelen vanuit de opwinding van het moment maar vanuit een diepe en aanhoudende overtuiging dat deze gelegenheid zowel aanleiding geeft tot kalm overleg als tot energieke daden, acht het noodzakelijk om onze specifieke situatie aan het publiek uit te leggen, met betrekking tot deze aparte sekte van zogenaamde Christenen, alsmede een plechtige verklaring af te leggen van ons vaste voornemen er iets aan te doen.

Dit kwaad had niemand kunnen voorzien en valt dehalve niet binnen de wetten; de vertraging die optreedt bij nieuwe wetgeving zou deze ondeugd onherstelbaar maken.

Nauwelijks meer dan twee jaar geleden verschenen twee of drie van deze mensen aan de bovenloop van de Missouri, en inmiddels zijn er ongeveer twaalfhonderd van hen in deze streek; ieder najaar en voorjaar komt er weer een zwerm naar ons toe, waarbij hun allooi allengs lager wordt, zodat het lijkt alsof de gemeenschappen waar zij vandaan komen, ons overspoelen met het uitschot van hun samenleving. Voor het merendeel zijn zij nauwelijks verheven boven onze zwarten, zowel wat betreft bezittingen als wat betreft opleiding; wat dat betreft zijn wij erg bezorgd, vermits er al serieuze en gefundeerde klachten bekend zijn van hun corrumperende invloed op onze slaven.

Wij krijgen dagelijks te horen – en niet alleen van de ongeletterden onder hen, maar van alle klassen – dat wij de niet-Mormonen van deze streek, afgesneden zullen worden, en dat ons land door hen ingenomen zal worden als hun erfdeel. Zij zijn er nog niet over uit of dit verwezenlijkt zal worden door de hand van een engel der verwoesting, de oordelen Gods, of door geweld.

Enkele recente opmerkingen in de Evening and Morning Star, hun lokale krant, (…) laten duidelijk zien dat veel van deze verdwaasde waanzinnigen onderwezen is dat zij ons land door het zwaard zullen moeten verkrijgen. Uit diezelfde Star maken wij op dat velen van hen, bij gebrek aan eerlijk en respectabel werk, aan het prediken zijn in New York, Ohio en Illinois; en dat hun aantallen boven verwachting groeien, waarvan allemaal verwacht wordt dat zij zo snel mogelijk naar Zion komen, welke naam zij aan ons kleine dorp meenden toe te moeten wijzen. De meesten van hen die al gekomen zijn, worden gekenmerkt door een grondige ongeletterdheid, de meest bare bijgelovigheid en uiterste armoede. Het spijt zelfs de Star dat zij niet alleen komen zonder een erfdeel te kunnen kopen, waarmee zo'n 6 hectaren onbewerkt land per gezin bedoeld wordt, maar ook zonder de middelen om ook maar brood en vlees te kopen.

Wie bedenkt op welke uiteenlopende gebieden deze sekte opereert, en dat er in ieder land bijgelovige woekeringen bestaan die de meest extravagante en ongehoorde ideeën met enthousiasme omarmen, en dat alles wat ze uit de achterbuurten der zonde en de woonplaatsen der onwetendheid kunnen oppikken onze sociale kringen als een golf zal overspoelen, heeft geen profetische gave nodig om in te zien dat het niet lang meer zal duren voordat het bestuur van deze streek in hun handen zal vallen, en dat de sheriff, de lokale rechters en de regionale rechters Mormonen zullen zijn, of personen die uit eigenbelang of ambitie een wit voetje bij hen willen halen.

Wat er van ons lijf en goed zou worden in de handen van juryleden en getuigen, die er niet voor terugdeinzen te verklaren, ja desgewenst zelfs onder ede, dat zij wonderen verricht hebben en wonderbaarlijke en bovennatuurlijke genezingen ervaren hebben, met God en zijn engelen hebben gesproken, en gaven van waarzeggerij en onbekende talen bezitten en uitoefenen, en gebrand zijn op het vooruitzicht een erfdeel te verkrijgen zonder geld of prijs – dat laat weinig aan de verbeelding over.

Eén van de manieren die zij gebruiken om ons tot emigratie te bewegen, is een indirecte uitnodiging aan de vrije kleurlingen uit Illinois om net als de anderen naar het land Zion te trekken. Toegegeven zij beweren dat dit geen uitnodiging was om te komen, maar een poging om hun emigratie te verhinderen, maar de zwakke poging om ons gerust te stellen is een belediging van onze intelligentie. Het artikel waar wij op doelen bevatte een uittreksel uit onze wetten en alle noodzakelijke aanwijzingen en waarschuwingen waar de kleurlingen op moeten letten om burgerrechten te kunnen verkrijgen zodra ze hier aankomen. Ten tijde van dit artikel koesterden de broederen hier de verwachting dat een fors aantal van deze ontaarde kaste alleen nog maar op deze informatie zat te wachten alvorens hun reis aan te vangen. Gezien hun corrumperende invloed op onze slaven, en de stank die zij, zowel fysiek als moreel, in onze sociale kringen zouden introduceren, en de ergernis die gepaard zou gaan met civiel bestuur door deze fanatiekelingen, zal er geen bezoek nodig zijn van een engel der verwoesting, noch de oordelen van een jaloerse God, om onze situatie hier ondraaglijk te maken. Het is ongetwijfeld waar dat de opkomst en ondergang van Joseph Smith onder hetzelfde gesternte plaatsvinden als die van Johanna Southcote en Ann Lee, maar dat neemt onze angst niet weg want als het doek valt, blijft de rommel achter

Wij willen niets zeggen over hun zogenaamde openbaringen uit de hemel – hun persoonlijke contacten met God en zijn engelen – de ziektes die zij door handoplegging pretenderen te genezen – en de verachtelijke wartaal waarmee zij de sabbath gewoonlijk onteren, en die zij de benaming van spreken in tongen waard vinden; gerechtigheid behoort alleen God toe. Maar met betrekking tot de andere zaken die in deze verklaring uiteengezet worden voelen wij ons, vanuit eigenbelang, een goede gemeenschap, publieke zeden en vanwege de vooruitzichten voor deze jonge en mooie streek als dit niet in de kiem gesmoord wordt, genoodzaakt om plechtig te verklaren:

1. De geen enkele Mormoon in de toekomst naar deze streek zal verhuizen;

2. Dat hen die hier al zijn, toegestaan zal worden om hier in veiligheid te verblijven totdat zij voldoende tijd gehad hebben om hun bezittingen te verkopen en hun zaken af te wikkelen zonder materieel verlies, voor zoverre zij plechtig beloven deze streek binnen een redelijke tijd te verlaten;

3. Dat de redacteur van de Star verplicht wordt zijn kantoor te sluiten en zal stoppen met drukken in deze streek; de eigenaren van alle andere winkels en werkplaatsen van de sekte dienen de voorwaarden van artikel 2 strikt op te volgen, anders zullen er meteen effectieve maatregelen getroffen worden om deze te sluiten;

4. Dat van de lokale Mormoonse leiders verwacht wordt dat zij hun invloed aanwenden om verdere immigratie door hun verre broeders naar deze streek te voorkomen, en om hun broeders hier aan te raden en te adviseren aan bovenstaande voorwaarden te voldoen.

5. Dat zij die niet aan deze voorwaarden voldoen, doorverwezen worden naar diegenen onder hen die de gave van waarzegging en onbekende talen bezitten, om geïnformeerd te worden over het lot dat hen dan wacht.

Na gelezen en overwogen te zijn, werd deze verklaring unaniem aanvaard. Vervolgens is besloten om onmiddellijk een commissie van twaalf aan te wijzen om de Mormoonse leiders te bezoeken en ervoor te zorgen dat aan bovenstaande voorwaarden prompt werd voldaan; in geval van weigering dient de commissie, als stem van deze streek, hen op de hoogte te stellen van onze vaste bedoeling en onwankelbare intentie om, na uitvoerige overweging van de gevolgen van, en de verantwoordelijkheden voor ons handelen, alle middelen in te zetten die nodig zijn om ervoor te zorgen dat aan alle voorwaarden volledig wordt voldaan. Voor zover mogelijk dient genoemde commissie verslag uit te brengen aan deze vergadering. De volgende heren maakten deel uit van de genoemde commissie:

Robert Johnson, James Campbell, kolonel Moses Wilson, Joel F. Chiles, Edelachtb. Richard Fristoe, Abner F. Staples, Garr Johnson, Lewis Franklin, Russell Hicks, Esq., kolonel S. D. Lucas, Thomas Wilson en James M. Hunter, waaraan kolonel R. Simpson, voorzitter, werd toegevoegd.

Na een schorsing van twee uur kwam de vergadering weer bij elkaar en de commissie van twaalf rapporteerde dat zij bij meneer Phelps geweest waren, de redacteur van de Star, bij Edward Partridge, de bisschop van de sekte en meneer Gilbert, de houder van de voorraadschuur van de Heer, alsmede een paar anderen; dat dezen niet meteen een antwoord gaven op de gestelde voorwaarden maar onredelijk veel tijd verlangden om te overleggen, niet alleen met hun broeders hier maar ook in Ohio.

Daarop besloot de vergadering unaniem dat de drukkerij van de Star met de grond gelijk gemaakt moest worden, met behoud van de drukpers en de letters. Deze resolutie werd uiterst ordentelijk en met zo weinig mogelijk lawaai en verstoring per omgaande uitgevoerd, evenals een paar andere stappen van gelijke aard; er vloeide geen bloed, noch vielen er klappen. Daarna werd de vergadering verdaagd, om op de 23ste weer bij elkaar te komen om te horen wat de verdere bedoelingen van de Mormonen waren.

Besloten werd om een kopie van deze notulen ter informatie van alle betrokkenen in het postkantoor op te hangen; en om de secretarissen van deze vergadering kopieën ter publicatie te laten versturen naar de belangrijkste uitgevers van de oostelijke en centrale staten, zodat de Mormoonse broeders ook vanop een afstand mogen weten dat de poorten van Zion gesloten zijn en dat het in hun eigen belang is om daar te blijven waar zij bekend en gewaardeerd worden.

RICHARD SIMPSON, Voorzitter, S. D. LUCAS, J. H. FLOURNOY, Secretarissen